De Canadese Kaia Kater mag zich al jaren verheugen in lovende kritieken van gezaghebbende media als The Guardian en Rolling Stone. Met haar nieuwe album Strange Medicine zal die lof alleen maar groter worden want dat is een ronduit schitterende plaat. Kater speelt banjo, heeft een geweldige stem en haar liedjes zijn van buitengewone klasse. Als iemand de nieuwe Joni Mitchell genoemd mag worden, dan is zij het. Folk is de basis van haar muziek, maar ze voegt daar op onnavolgbare wijze jazz en blues aan toe. Ze krijgt op Strange Medicine hulp van Aoife O’Donovan, Allison Russell en Taj Mahal. Maar Kater is zelf de grote ster. Wat een talent, wat een zeggingskracht, wat een album!
De legendarische John Prine zei ooit tegen hem dat het tijd was om eigen liedjes te gaan schrijven. Dat advies nam Tim Easton uit Lewistown, New York ter harte. Hij debuteerde spectaculair in 1998 met Special 20 en meer dan tien albums later is er nu Find Your Way. En dat is wederom een echte Tim Easton-plaat, balancerend op de grens van folk, blues en rock ‘n’ roll. Tien nummers die in tekst allemaal kleine romans zijn. Soms zwaar zoals Little Brother, over hoe een familie omgaat met verslaving. Soms licht zoals in afsluiter By The End Of The Night, een ontroerend rechttoe rechtaan liefdesliedje. En dat is het bijzondere aan Easton; die strijd tussen hoop en wanhoop. Op Find Your Way is hij in elk opzicht in topvorm. Wereldplaat!
Pokey LaFarge is altijd een buitenbeentje geweest, iemand die het niet zo nauw nam met muzikale grenzen. Op zijn nieuwe album Rhumba Country gaat hij nog een stap verder. Dit is geen Amerikaanse roots-muziek meer, hier komen de roots uit alle uithoeken van de wereld. Mambo, tropicala, rocksteady, jaren vijftig rock ‘n’ roll. Het is het resultaat van de tijd die hij onlangs doorbracht op een boerderij in Maine, waar hij werkdagen van twaalf uur maakte. Daarna vertrok hij weer naar Californië met de wetenschap dat muziek ook best vrolijk mocht zijn en dat hij een tijdje moest stoppen met al die treurige liedjes. Het resultaat is Rhumba Country, een plaat waar zelfs je hersens van gaan dansen en die een slecht humeur onmiddellijk omtovert in een zonnige stemming. Dit is de hét medicijn om deze barre tijden het hoofd te bieden. Heerlijk en top!
Met haar debuut On The Ranch veroverde Emily Nenni uit Nashville de harten van muziekliefhebbers die van traditionele hardcore country hielden. Opvolger Drive & Cry is van hetzelfde laken een pak, behalve dat haar stem nog beter is geworden, ze nog meer vertrouwen heeft gekregen als schrijver en ze nu terzijde wordt gestaan door topmuzikanten van onder andere The Deslondes en The Pink Stones. Elf sterke eigen nummers en tot besluit een cover van Terry Allen’s Amarillo Highway. Zo was country ooit bedoeld en Emily Nenni zet die traditie voort en treedt op imposante wijze in de voetstappen van Patsy Cline en de jonge Dolly Parton. Muziek om bij te lachen, te huilen en te drinken.
Backwater Collage is het eerste album van de Engelsman James Hoare onder de naam Penny Arcade. Hoare kreeg bekendheid met bands als Veronica Falls, The Proper Ornaments en Ultimate Painting, maar Penny Arcade is zijn lo-fi zolderkamerproject. Elf oorstrelende liedjes, samen goed voor een klein half uur, die hij met fluisterstem zingt en die je het idee geven dat hij bij je in de kamer zit. Zeldzaam intieme prachtmuziek, een kruising van Syd Barrett en een gevoelige Lou Reed. Backwater Collage is een van de grote muzikale verrassingen van 2024.
Er waren altijd al de vergelijkingen met Neil Young, maar nu er voor het eerst een live-album van de Noor Torgeir Waldemar verschijnt, getiteld At The Opera, dient nu toch ook de naam Richard Thompson te vallen. Want Waldemar ontpopt zich hier in 70 minuten als een fenomenale gitarist en als iemand die op sublieme wijze van folk- en rootsmuziek iets heel bijzonders maakt. Voor dit optreden in Oslo heeft hij een keur aan Scandinavische collega’s uitgenodigd die veel toevoegen aan het geluid, maar die nooit de aandacht van de prachtliedjes afleiden. Het maakt van At The Opera de definitieve Torgeir Waldemar-plaat.
Dreamers On The Run is het twaalfde album van het Schotse BMX Bandits en had eigenlijk al in 2014 klaar moeten zijn. Maar nadat leider Duglas T Stewart begonnen was met het schrijven en het ontwikkelen van ideeën stortte hij mentaal en fysiek in. Maar nu, tien jaar later, ligt de plaat er dan toch en hij is prachtig geworden. Overrompelende liedjes en melodieën, popmuziek die voortborduurt op wat vroeger de Beach Boys en de Beatles deden, muziek waarin meestal de zon lekker schijnt. Het allerbeste nummer van de plaat en überhaupt een van de beste van het jaar, Setting Sun, is geschreven door Stewart’s nieuwe rechterhand Andrew Pattie. Hij is er mede-verantwoordelijk voor dat Dreamers On The Run de wachttijd van tien jaar dubbel en dwars waard was.
Net als zijn helden Neil Young en Bob Dylan, houdt ook onze Nederlandse trots Ad Vanderveen zich niet aan de algemeen geldende muziekwetten. Dat leidt ertoe dat hij inmiddels al meer dan dertig albums heeft uitgebracht. Die variëren in kwaliteit van oké tot goed tot ronduit briljant. Nu is er Rise In Love, een woordspeling op Fall In Love, en het titelnummer is een klassieker in de dop. Ook de overige acht hoopvolle liedjes mogen er zijn. Het geheel doet, qua geluid, soms denken aan de hoogtijdagen van Buffalo Springfield. Hoe dan ook, Rise In Love is een prachtplaat en een welkome aanvulling op het imposante oeuvre van de zwaar onderschatte Ad Vanderveen.
De eerste plaat van Die Partei, Walter Dahn en Tom Dukoupil, verscheen in 1981 en droeg de prachttitel La Freiheit Des Geistes. De opvolger heeft 43 jaar op zich laten wachten, maar nu is er dan Celaviemachinery. Melodieuze elektronica die zo’n beetje een samenvatting is van de Duitse progressieve muziek door de jaren heen. Echo’s van Kraftwerk en Neu! en als verrassing coveren ze op geheel eigen wijze Brian Eno’s Here Come The Warm Jets. Celaviemachinery opent geen nieuwe deuren, maar is wel een voortreffelijk én toegankelijk album.
Joe Pernice is al 25 jaar de drijvende kracht achter de Pernice Brothers die met hun achtste album Who Will You Believe zichzelf overtreffen. Twaalf liedjes van de allerbovenste plank. Rootsy pop die hier van hoogtepunt naar hoogtepunt gaat. Zo is er I Don’t Need That Anymore, een ongelooflijk mooi country-duet met Neko Case. Maar het absolute hoogtepunt is het slotnummer Purple Rain. In korte tijd verloor Joe Pernice drie van zijn beste vrienden. David Berman (Silver Jews en Purple Mountains) en Gary Stewart (oprichter van Rhino Records en onvoorwaardelijk supporter van de Pernice Brothers) pleegden zelfmoord en zijn neef Joe Harvard (van Fort Apache Studios) ging ook te jong dood. Purple Rain is zijn eerbetoon aan die vrienden en tegelijkertijd een manier om het leven, zolang het duurt, te koesteren. Het is het emotionele slot van wat hoe dan ook een van de topplaten van 2024 is.
The Secret Sisters, Laura Rogers en Lydia Slagle uit Alabama, nemen hun tijd. Tussen hun meesterwerken You Don’t Own Me Anymore (2017) en Saturn Return (2020) zaten drie jaar, daarna moesten we vier jaar wachten op Mind, Man, Medicine (2024). Maar dat wachten wordt ruimschoots beloond. Veel van de twaalf nummers zijn opgenomen in de legendarische FAME studio in Muscle Shoals, ze kregen hulp van Alabama Shakes-bassist Zac Cockrell en de briljante gitarist Larry Campbell en Ray Lamontagne zingt mee op All The Way. Maar waar het ook nu weer om draait is de adembenemende in folk, country en soul wortelende samenzang van Laura en Lydia en hun gave om prachtige en emotionele liedjes te schrijven over het moederschap, de liefde en de niet altijd vrolijk stemmende staat van de wereld. Muziek met een ongekende zeggingskracht die deze keer nog meer dan voorheen de ziel compleet blootlegt. De vraag is of er in 2024 betere platen zullen verschijnen dan Mind, Man, Medicine. Weinig, zoveel is zeker.
Voor zijn nieuwe plaat toog de 81-jarige blueslegende Taj Mahal naar de ooit door vriend Leon Russell tot studio omgebouwde kerk in Tulsa, Oklahoma. Hij vulde zijn eigen band aan met Rob Ickes op dobro en Trey Hensley op gitaar, en nam als The Taj Mahal Sextet zijn nieuwe album op met de fraaie titel Swingin’ Live At The Church In Tulsa. En swingen doet het! De tien nummers bestrijken zijn hele carrière en maken vooral duidelijk dat de blues weliswaar zijn basis was en bleef, maar dat hij even zo makkelijk uitstapjes durfde te maken richting jazz, calypso, gospel en zelfs country en Hawaii. Queen Bee, Betty And Dupree en Corrina zijn klassiekers die hier sublieme uitvoeringen krijgen, maar dat geldt ook voor de covers Mean Old World en Sittin’ On Top Of The World. Taj Mahal heeft de grenzen van de blues verlegd en daardoor dat genre levend gehouden. Hij is een genie en Swingin’ Live At The Church In Tulsa is een van de allerbeste live-platen ooit.
Eind 2021 debuteerde de Zuid-Nederlandse Nienke Dingemans met de EP Devil On My Shoulder en die sloeg in als een kleine bom; ongelooflijk dat een jonge vrouw zo’n krachtige roots-plaat kon afleveren. Wat een stem, wat een gitariste! Nu, ruim twee jaar later, is er haar eerste volwaardige album: Ain’t No Hollywood Girl. Tien eigen nummers in een volstrekt eigen stijl die op organische wijze van blues, soul, country en ballads een prachtig geheel maken. ‘My soul is old,’ zingt ze in het openingsnummer Hollywood Girl en zo is het. Dit is diep doorleefde muziek, Americana zoals die ook gemaakt had kunnen zijn door een band uit het Zuiden van Amerika. Glansrollen zijn er voor producers en multi-instrumentalisten Joost Verbraak en Jan van Bijnen. Maar de echte ster is Nienke Dingemans zelf. In 2021 noemde iedereen haar een groot talent, met Ain’t No Hollywood Girl is ze die status dubbel en dwars ontstegen. Wat een plaat!
Bats In The Attic, het nieuwe album van The Northern Belle, is gebaseerd op drie gebeurtenissen. En die hebben allemaal te maken met Stine Andreassen, zangeres en componiste van de groep. Allereerst vond ze de 379 brieven die haar opa vanuit zee schreef naar haar oma, ten tweede werd ze voor het eerst moeder en ten derde gingen er net wat te veel vrienden van haar dood. Dat zorgt bij elkaar voor prachtige teksten over liefde, leven en dood. De muziek is op Bats In The Attic wat poppier dan op eerdere albums. Maar dat is bepaald geen handicap; de liedjes zijn stuk voor stuk meeslepend. The Northern Belle bewijst opnieuw dat ze de onbetwiste aanvoerders van de Nordicana zijn. Bats In The Attic is een prachtplaat!
Pete Astor is 40 jaar actief in de muziek. Om dat te vieren besloot hij terug te keren naar 12 liedjes uit zijn carrière, die opnieuw op te nemen en uit te brengen onder de titel Tall Stories & New Religions. De keuze was enorm want voordat hij indrukwekkende soloplaten begon te maken, schitterde hij in The Loft, The Weather Prophets en The Wisdom Of Harry. Hij besloot niet voor de hits te gaan, maar voor de verborgen schatten. Model Village, Nancy True Knot, On Top Above The Driver… het zijn stuk voor stuk nummers die bewijzen dat hij een schrijver van weemoedige en briljante popliedjes was en is en dat hij het verdient in één adem met Nick Lowe genoemd te worden. Geniaal!